
Pfizergate en Von Der Leyen
Het verzoek om de sms-berichten tussen Ursula von der Leyen en de CEO van Pfizer, Albert Bourla, openbaar te maken, is een belangrijk aandachtspunt geworden voor transparantieactivisten, politici en journalisten. De zaak, door sommigen 'Pfizergate' genoemd, draait om de vraag of de communicatie tussen de twee leiders als officiële documenten beschouwd moeten worden die bewaard en openbaar gemaakt moeten worden. Een recentelijke uitspraak van een EU-rechtbank heeft de kwestie verder aangewakkerd.
Het 'Pfizergate' Schandaal: Een overzicht
Tijdens de hoogtijdagen van de coronapandemie, en voorafgaand aan een miljardenovereenkomst over de aankoop van vaccins, wisselde voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, sms-berichten uit met Albert Bourla, de CEO van Pfizer. In 2021 onthulde de New York Times deze uitwisseling, wat leidde tot verzoeken van journalisten en activisten om de inhoud van de berichten in te zien.
De Commissie heeft echter geweigerd de berichten openbaar te maken, met het argument dat deze van een 'kortstondige aard' en 'logistiek' van aard waren en niet als officiële documenten werden beschouwd die gearchiveerd moesten worden. De telefoon die Von der Leyen gebruikte, is inmiddels vervangen en de gegevens zijn niet overgezet, wat het terughalen van de berichten bemoeilijkt.
Juridische strijd om transparantie
De weigering van de Commissie om de sms-berichten openbaar te maken leidde tot een rechtszaak. In mei deed het Gerecht van de EU, een lagere EU-rechtbank, een belangrijke uitspraak. De rechtbank oordeelde dat de Commissie niet adequaat had gemotiveerd waarom de berichten geen belangrijke informatie bevatten die bewaard had moeten worden.
Deze uitspraak was een overwinning voor de voorstanders van transparantie, die de zaak zagen als een test voor de verantwoordingsplicht van de Commissie. De deadline voor de Europese Commissie om tegen deze uitspraak in beroep te gaan bij het hoogste gerechtshof van de EU is inmiddels verstreken, zonder dat de Commissie beroep heeft aangetekend. Dit betekent dat de uitspraak van het Gerecht van de EU van kracht blijft.
Wat is de volgende stap?
Ondanks de uitspraak van het gerechtshof is het nog onduidelijk of de berichten daadwerkelijk openbaar zullen worden gemaakt. Een woordvoerder van de Commissie heeft aangegeven dat de Commissie 'een meer gedetailleerde uitleg zal geven over waarom zij de gevraagde documenten niet in haar bezit heeft', in lijn met de uitspraak. Het is aannemelijk dat de berichten, als ze al kunnen worden teruggevonden, alsnog niet direct openbaar zullen worden gemaakt. De rechtbank stelde namelijk dat het terughalen van de berichten 'lastig' zou zijn.
Politieke tegenwind voor von der Leyen
De zaak heeft ook op politiek niveau tot spanningen geleid. In het Europees Parlement werd begin juli een motie van wantrouwen ingediend tegen Von der Leyen door het Roemeense Europarlementslid Gheorghe Piperea.
Hoewel Von der Leyen de motie gemakkelijk overleefde, markeerde het debat de eerste keer dat ze zich publiekelijk verdedigde. Ze vertelde de parlementsleden dat de contracten met vaccinfabrikanten zorgvuldig waren bestudeerd en ondertekend door alle 27 lidstaten, en dat de suggestie dat ze niet in het belang van Europa waren 'gewoonweg onjuist' was. Ze noemde beschuldigingen over de sms'jes en de vaccincontracten 'een leugen' en beschuldigde critici ervan 'ontkrachte complottheorieën' te verspreiden.
De gebeurtenissen laten zien dat de kwestie rond de sms-berichten en de transparantie van de Europese Commissie een blijvend onderwerp van discussie is, zowel in de rechtbank als in de politiek. Het gebrek aan een beroep van de Commissie is een stap, maar het debat over de openbaarheid van de berichten en de verantwoordelijkheid van de Commissie blijft voortduren.